Vraag van Binst: Realiseer een bewaarcel voor pootgoed dat aan de allerhoogste eisen moet voldoen.
Hij is inmiddels de vierde generatie Binst die het bedrijf runt. En ondanks al die jaren ervaring, blijft het stressvol. “Maar vooral een mooie uitdaging”, vindt de Belgische Francis Binst. Binst heeft telers onder contract in België, Luxemburg, Frankrijk en Nederland. “Wij verkopen hun pootgoed in 42 landen en ieder jaar begin je weer opnieuw. Je moet in zeer korte periode de beste markt vinden voor een zo hoog mogelijke prijs voor jouw telers.”
Een goede bewaarcel is dan essentieel om de kwaliteit van de producten zo lang mogelijk te behouden. Afgelopen jaar verving Francis Binst zijn cel die ruimte bood voor 7.500 vierkante meter bewaring voor een kleinere koelcel werkend met het natuurlijke koudemiddel CO2. Hiervoor klopte hij aan bij Equans.
“De oude cel was gebouwd door Axima Refrigeration, de Belgische specialist binnen de Equans Groep. Al die jaren (ruim 40) verzorgden zij ook het onderhoud. We koelden mechanisch met ammoniak, wat bij een grotere koelcel te verantwoorden is. De nieuwe cel is echter veel kleiner. Dan is CO2 een betere optie en ook nog eens financieel aantrekkelijker.” Dankzij de lange vertrouwensrelatie is wederom voor Equans gekozen, waarbij de realisatie deze keer in handen van het Nederlandse Equans was.
Dat de pootgoedteler overstapte naar een kleinere cel is te verklaren door de evolutie die hij afgelopen jaren signaleerde: de aardappelen werden steeds minder op één centrale plek opgeslagen, maar vooral lokaal bij de telers. Daardoor werd zijn cel minder gebruikt. Hij kiest nu voor een nieuwe constructie die lucratiever is: een eigen kleinere cel als buffer, voor overslag en voor de opslag van producten die uitzonderlijke kwaliteitsaandacht vragen. Daarnaast biedt hij zijn telers financiële vergoeding voor het bewaren in een eigen loods bij hun boerderij. “Dat blijft goedkoper en milieuvriendelijker dan centraal opslaan bij ons in Brussel en alle logistiek die daarbij komt kijken.”
Binnen een jaar na de eerste potloodstreep op papier draaide de nieuwe cel. “We hadden een deadline, want de oude site was per 1 december 2019 verkocht. Midden november gingen we over. De installatie werkte direct en wat niet werkte, loste de projectleider gelijk op. “Dat er in Nederland veel kennis van de pootgoedwereld zit, helpt zeker mee”, licht Francis toe. “En het proces verliep heel efficiënt en zonder veel bombarie” Iets wat Francis niet geheel gewend is van Nederlanders, merkt hij met een knipoog op.
Omdat de cel van Binst alleen voor bijzondere gevallen als opslag dient voor zijn telers, moeten de prestaties uitmuntend zijn. “Wij bewaren bijvoorbeeld aardappelen met een kwaliteitsprobleem. Die zijn vaak vochtiger en vragen daarom om een andere bewaring dan aardappelen die al van goede kwaliteit zijn. Maar we bewaren ook uitgangsmateriaal van hogere klassen, of pootgoed voor afzetmarkten waar de kwaliteitseisen extreem hoog zijn en waarbij kwaliteitsbehoud of -optimalisatie dus essentieel is.”
Onmisbaar voor de kwaliteitscontrole en selectie van het pootgoed is het Binst-laboratorium. Hier worden bijvoorbeeld de monsters die bij het rooien genomen zijn op kweek gezet en onderzocht. Aan de hand van onder andere de kiemvorming wordt bepaald of de poters geschikt zijn voor langdurige bewaring en wanneer ze uitgeleverd moeten worden.
“Daarnaast gaat onze cel, door de overslag van afgewerkte goederen, de hele dag door open en dicht en de omstandigheden moeten constant blijven. Het is dan ook niet voor niets dat onze cel over gedimensioneerd is en de capaciteit van de installatie dus groter is dan we in eerste instantie nodig hebben.
Tot slot bewaren wij in verschillende verpakkingen. Dat is vrij uniek: de meeste telers bewaren verschillende rassen aardappelen in allemaal dezelfde kisten. De nieuwe bewaarcel is zo in te stellen dat de bewaaromstandigheden continu stabiel blijven en optimaal voor ieder product dat we bewaren, onder toeziend oog van onze ‘meestergast’ – onze Chef Magazijn – Willy die al 56 jaar voor de familie werkt.”
Over de kwaliteit van de producten die zijn loods verlaten is Francis meer dan te spreken. “We hebben geen enkel kwaliteitsprobleem gehad met onze producten. Daarnaast zijn de financiële voordelen aanzienlijk. We zitten op de helft van de elektriciteitskosten.” Zijn enige uitdaging is nu nog om de kleinere opslagruimte zo efficiënt mogelijk te gaan gebruiken. Maar de installatie doet zijn werk én levert geld op”, besluit Francis tevreden.