
Wilde uienvliegen, die van nature voorkomen langs sloten en bermen in de buurt van uienpercelen, leggen eitjes in uienvelden. Zodra daar een larve uitkomt, voedt het beestje zich met de uienplant en veroorzaakt zo schade aan het gewas. Omdat het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen steeds meer aan banden wordt gelegd, neemt de vraag naar Steriele Insecten Techniek (SIT), zoals de biologische plaagbeheersing heet, toe. Hierbij worden de gesteriliseerde uienvliegen losgelaten op uienvelden. Paart een gesteriliseerde vlieg met een wilde vlieg, dan blijft het eitje onbevrucht en komt er geen larve uit die de uienplant opeet. Doordat de populatie wilde uienvliegen krimpt, is de uienteelt beter beschermd.
De Groene Vlieg is wereldwijd het enige commerciële bedrijf dat gesteriliseerde uienvliegen produceert. Om aan de toenemende vraag naar SIT te voldoen, opende het bedrijf een nieuwe kwekerij in Dronten. Gert-Jan Meijlink schetste als externe projectmanager het ontwerp en de eisen voor de luchtbehandelingsinstallatie, en ging op zoek naar een leverancier.

“De kweek van de uienvlieg gaat gepaard met ongelofelijk veel eisen aan klimaat en luchtcondities. Die moeten goed worden geregeld en gemonitord om te voorkomen dat de vliegen vatbaar worden voor ziektes”, vertelt Meijlink. “We hebben onze vraag bij meerdere partijen neergelegd. Equans kwam als beste uit de bus met een installatie die biedt wat het beestje in elke kweekfase nodig heeft. Een andere vereiste was energie-efficiëntie, aangezien we in deze polder te maken hebben met energietekorten en netcongestie. Het was een flinke puzzel. Op het tweede huisnummer van de hal konden we een extra aansluiting krijgen. Hoewel we daar exact genoeg aan hadden, wordt het kwetsbaar als we op volle capaciteit draaien. Gelukkig kwam Equans met oplossingen voor energiebesparing en warmteterugwinning.”



Het uitgebalanceerde luchtbehandelingssysteem van Equans levert voor elke 3 fases van de kweek optimale condities. Meijlink legt uit: “De eerste fase is de productie van eitjes in 10 eilegcellen. Zo’n cel staat vol plexiglas kooien met ledlampen en wilde uienvliegen. Na de paring leggen de vrouwtjes eitjes op een sponsje dat ruikt naar uien. Na 3 weken worden de eitjes geoogst. De cel wordt vervolgens leeggehaald, schoongemaakt en weer opgebouwd voor de volgende eilegfase.”
Omdat uienvliegen erg ontvankelijk zijn voor ziekmakende bacteriën en sporen, ontwierp Equans een vernuftig ventilatiesysteem. Paul de Kort van Equans licht toe: “Een hepafilter weert bacteriën en sporen uit aangezogen buitenlucht. Luchtbehandelingskasten filteren de lucht (met een voorfilter en een hepafilter), brengen de lucht op de gewenste luchtconditie en laten deze door de cellen circuleren. Vindt onverhoopt toch een besmetting plaats, bijvoorbeeld via kleding van medewerkers? Dan sluiten we de luchttoevoer in de besmette cel af en zetten we die in onderdruk. Omliggende cellen houden we bewust op overdruk. Zo kan daar geen ziektekiem komen en is de productie in die cellen verzekerd. Na vervanging van de filters en reiniging van de besmette cel en de luchtbehandelingskast is de eilegcel weer klaar voor gebruik.”

De ontwikkeling van made tot pop vormt de tweede fase van het kweekproces. Om de eitjes langer houdbaar te maken, worden ze eerst 2 uur gedroogd in een droogcel. Daarna worden de gedroogde eitjes uitgestrooid in een krat vol voedsel en in de kweekcel gezet. Hier transformeren de eitjes in enkele dagen in maden die zich vol eten aan het groeimedium. Volgens Meijlink is luchtbehandeling ook in deze fase cruciaal. “In elke kweekcel van 9 meter diep staan honderden kweekbakjes opgestapeld. Met een laminaire luchtstroom en temperatuursensoren kunnen we de temperatuur van de maden controleren. Belangrijk, want hoewel de maden eerst warmte nodig hebben om zich te ontwikkelen, geven ze later zelf warmte af door hun bewegingen. Met koeling voorkomen we dat het te warm wordt en de maden doorgroeien tot poppen of zelfs vliegen.”
Na 3 weken is het tijd om de maden uit de bakken te halen. De mix van maden, restvoer en uitwerpselen wordt met water vermengd, met lucht los geblazen en gezeefd. Koolstoffilters in de luchtbehandelingsinstallatie vangen de ammoniakgeur van de uitwerpselen zoveel mogelijk af. De maden gaan vervolgens naar een warmere verpopruimte in een bak met vermiculiet, een soort gedroogde klei die vocht opneemt. Als ze zich na 2 dagen hebben ontwikkelend tot pop, worden ze teruggekoeld naar 2 graden om het groeiproces een halt toe te roepen. “Hiermee simuleren we het winterproces van de wilde uienvlieg”, zegt Meijlink. “De poppen komen pas uit de koeling zodra ze nodig zijn, tussen april en september als de uien worden gezaaid of gepoot.”



In de derde kweekfase draait alles om het maken van de gesteriliseerde uienvlieg. Zodra uientelers hun akkers vol zetten met uienplanten verhuizen de poppen van de koeling naar de opwarmruimte voor verdere ontwikkeling. Op dag 10, de dag waarop ze genitaliën ontwikkelen, krijgen ze een minieme hoeveelheid gammastraling die hun voortplantingsorgaan kapotmaakt. De bestraalde, steriele poppen krijgen een roze kleurstof over zich heen en gaan naar de poppenkasten. In deze ruimten is het warmer, waardoor de poppen denken dat de lente aanbreekt en uitkomen. Als de steriele uienvliegen op het licht van een lamp afkomen, brengt een koude luchtstroom daaronder hen in comateuze toestand. Dat geeft De Groene Vlieg de mogelijkheid om ze op te vangen en uit te zetten langs de randen van een uienveld.

“Met de nieuwe kwekerij is de potentiële productie steriele uienvliegen verdubbeld naar 2 miljard, misschien wel meer”, zegt Meijlink. “Sinds de ingebruikname in juli 2024 zien we grote verbeteringen in het kweekproces ten opzichte van de oude kwekerij. En dat terwijl de installatie op veel aannames is gebouwd.” Data van de warmteontwikkeling van de beestjes in alle kweekstadia waren er niet, gegevens over de warmteafgifte van de ledlampen net zo min. Daarom gebruikt De Groene Vlieg nog maar een deel van de kweekcapaciteit. “Met de data die daaruit voortkomen kunnen we samen met Equans bijschakelen waar nodig en alles optimaal afstellen voordat we in het nieuwe jaar de volledige capaciteit gebruiken.”

Samen optrekken om procesverbeteringen te realiseren is volgens Meijlink kenmerkend voor Equans. “De projectleiders en ingenieurs van Equans staan zowel voorafgaand als tijdens het project open voor gesprekken en aanpassingen waar nodig. Dat werkt heel goed. Ik was op zoek naar een partij waarmee ik samen tot het beste ontwerp kon komen. Die heb ik in Equans gevonden.”


